home  
 

Teksten

De overheid is geen manusje-van-alles

wo 23 september 2009

De nood aan liberalisme was nooit zo groot

De discussie die we vandaag voeren rond de begroting gaat totaal voorbij aan het noodzakelijke debat over de maatschappelijke langetermijnvisie en de inrichting van onze samenleving. In het verleden hebben politici uit alle partijen nooit aan de bestaande machtsstructuren van zuilen durven tornen, ook Open VLD niet. Enkel gemorrel in de marge en het bestendigen van het status-quo waren aanvaardbaar. Anders zorgden de (a-)sociale partners er wel voor dat de prijs voor hervormingen torenhoog uitvielen. Hierdoor is de overheid vandaag de dominante speler in het maatschappelijk en economisch leven en dit ook in de hoofden van de burgers.

De volgende generatie dreigt hierdoor een driedubbele rekening te krijgen. Hun inkomsten worden vandaag al gebruikt om putten te delven zonder te besparen. Er wordt verder ook niet hervormd zodat er geen sprake is van een moderne arbeidsmarkt of sociale zekerheid voor de toekomst. De overheid wordt het alfa en omega waardoor creativiteit en ondernemerschap steeds meer verdwijnen bij de jonge generatie.

Deze mentaliteit moet radicaal veranderen. Ondanks het valse gevoel van veiligheid is een fundamentele, systemische verandering noodzakelijk. Er moet een grondig debat komen over de plaats van de overheid, de rol van de vrije markt en een modernisering van onze samenleving in een geglobaliseerde wereld. Individuele vrijheid, spontane samenwerking en eigen verantwoordelijkheid moeten terug een centrale plaats krijgen en geflankeerd worden door gelijke kansen en sociale rechtvaardigheid.

De centrale gedachte moet zijn dat de overheid geen manusje-van-alles is dat zich met alle facetten van het leven moet bezig houden. Zij moet zich toespitsen op haar kerntaken, zoals justitie en onderwijs. Economische sectoren, waarin ze vandaag duidelijk faalt, zoals telefonie, openbaar vervoer en postbedeling moeten worden overgelaten aan de private sector.

Verder is het moderniseren van de arbeidsmarkt cruciaal. Verworven rechten zoals het brugpensioen op 58 en de verkorting van de arbeidstijd moeten verdwijnen. Deze waanzinnige strategie van de vakbonden is maatschappelijk nefast. De overheid moet meer investeren in de begeleiding en opleiding van werklozen richting vraag op de arbeidsmarkt en heilige huisjes zoals het ontslagrecht, flexibiliteit en een beperking van uitkeringen in de tijd niet uit de weg gaan. Ook binnen de overheid moet er een modern personeelsbeleid komen naar model van de private sector. Het aantal ambtenaren moet worden teruggebracht tot 10% van de totale tewerkstelling. Het in stand houden van nutteloze jobs om mensen tevreden te stellen toont weinig respect voor de jonge generatie en doet ons vandaag teveel denken aan het socialisme a la Cools.

Grote subsidiestromen naar het bedrijfsleven en het trachten in stand houden van industrie en oude fabrieken zijn achterhaald. Het geld van de show van Kris Peeters rond Opel Antwerpen kan beter worden besteed met het oog op het aantrekken van innovatie en nieuwe technologie en industrie dan aan het redden van een fabriek die al dood is. Als we jongeren echt kansen willen geven, dan moeten we inzetten op excellentie in het onderwijs en in het ondernemerschap. De verliezers en de middelmaat moeten eruit.

Ten slot zijn duidelijke hervormingen in de sociale zekerheid broodnodig. De groeimechanismen, zoals de groeinorm van 4,5% in de gezondheidszorg en het welvaartsvast maken van de uitkeringen zijn onhoudbaar. Een afstemmen van de groei van de gezondheidszorg op het ritme van de economische groei lijkt logischer. De kostprijs van het welvaartsvast maken van de uitkeringen moeten we durven bevriezen om arbeid aantrekkelijker te maken. Ons pensioenstelsel botst ook tegen een omgekeerde bevolkingspiramide en gaat ten onder als we nu niet de stap durven zetten naar een kapitalisatiestelsel. Het verzet van de vakbonden hiertegen zorgt ervoor dat over enkele jaren niet de welvaart, maar enkel armoede wordt herverdeeld.

Het is duidelijk dat de financiering van het Federale niveau en de deelgebieden niet langer houdbaar is. De financieringswet moet dringend herzien worden. De deelgebieden dienen fiscaal geresponsabiliseerd te worden en een deel van de lasten van de vergrijzing dragen. De noodzakelijke staatshervorming zal moeten uitgaan van een vermindering van al onze bestuurslagen, gekoppeld aan een vergroting van hun efficiëntie. Deze hervorming mag niet gestuurd worden door een eng nationalisme zoals dat door enkelen wordt gepromoot.

Er is durf nodig om consequent te zijn en radicaal het roer om te gooien. We moeten weerstand bieden aan de druk van belangengroepen en de keuze durven te maken om verouderde structuren achter ons te laten. Blijven we kiezen voor een overheid die investeert in de economische sectoren van 50 jaar geleden, die zijn grenzen afsluit en die duidelijk geen toekomstvisie voor burgers en land heeft? Of durven we in te zetten op een innovatief beleid dat op de wereld is gericht en zijn burgers en bedrijven alle kansen geeft om in de nieuwe globale economie van vandaag en morgen te functioneren? Voor ons en vele jongeren is de keuze duidelijk!

 

 



Reageer:

Naam*
Email*
Bericht*
Controle*
(*) verplichte velden









Philippe De Backer on Facebook