IN DE MEDIA
Noordzee, zoveel meer dan een vakantiebestemming
do 15 december 2016

De Backer laat geïnteresseerden, experten en ondernemers langetermijnvisie voor Noordzee uittekenen

Hoe ziet onze Noordzee er uit in 2050? Zetten we nog meer in op windenergie op zee, hoe maken we van transport op zee nog meer een prioriteit en hoe zorgen we voor een ecologische balans voor de volgende generaties? Staatssecretaris voor Noordzee Philippe De Backer (Open Vld) heeft op een kick-off event in Zeebrugge het startschot gegeven voor een participatief traject om een langetermijnvisie voor de Noordzee uit te tekenen onder de noemer #Noordzee2050. De staatssecretaris ziet de Noordzee alvast als een onuitputtelijke energiebron. “Op zee waait het altijd, zijn er altijd golven en zijn er altijd getijden. Dat zijn drie onuitputtelijke energiebronnen. Daar wil ik dan als staatssecretaris ook sterk op inzetten, zonder het ecologische aspect uit het oog te verliezen ”, aldus De Backer.

In de marinebasis van Zeebrugge kwamen deze woensdag zo’n 300 geïnteresseerden, experten en ondernemers samen op vraag van Staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer. Die laatste wil dat burgers mee zoeken naar innovatieve oplossingen op de Noordzee voor belangrijke uitdagingen in de toekomst.

Philippe De Backer: “Onze Noordzee is zo’n 3.454 vierkante kilometer groot, vergelijkbaar met de oppervlakte van een Belgische provincie. Die ruimte zullen we in de toekomst nodig hebben omdat de beschikbare grond op land schaarser wordt. De Noordzee kan een antwoord zijn op onze vragen rond energiebevoorrading, klimaatverandering, een stijgende zeespiegel, voedselzekerheid en economische groeimogelijkheden. Ik wil daarom zoveel mogelijk mensen bijeen brengen om na te denken hoe we de Noordzee daarvoor kunnen inzetten. Begin februari 2017 starten we immers met de herziening van het Marien Ruimtelijk Plan. Net zoals je op land alles ordent via Ruimtelijke Ordening, heb je op zee een Marien Ruimtelijk Plan. Ons huidig plan loopt af in 2020, maar we starten het traject al op om de tijd te nemen om met alle stakeholders te overleggen. Maar een middellangetermijnvisie is niets waard zonder een langetermijnvisie. Daarom kijken we vandaag en volgend jaar verder dan onze neus lang is en kijken we vooruit naar 2050.”

Op het kick-offevent werden thema’s zoals natuurlijkheid, blauwe economie, innovatie en meervoudig ruimtegebruik besproken. De bedoeling is dat doorheen het hele traject meerdere thema’s dieper worden besproken zodat nieuwe inzichten verworven kunnen worden. Zo moet er gesproken worden hoe de problematiek van afval op zee aangepakt en teruggedrongen kan worden, maar ook hoe visserij overeind kan blijven. Vanaf 2017 zullen de diverse werkgroepen van start gaan. Tegen eind 2017 moet er een concrete visie #Noordzee2050 op tafel liggen.

De staatssecretaris zelf heeft alvast twee zaken voor ogen. Allereerst zijn er de windmolens op zee. De Backer wil daar de lat hoger leggen: “We zien dat de internationale marktprijs van windenergie op zee gigantisch is geëvolueerd. Er is sprake van een drastische ommekeer: nog nooit werden zo’n lage prijzen geboden voor energie op zee. Dat betekent dat windenergie op zee nauwelijks iets meer kost dan energie op land. Voor de laatste 3 geplande windparken moeten we sowieso deze evolutie volgen maar tegelijk moeten we gaan onderzoeken of we nog meer parken kunnen bouwen in de Noordzee.”

Daarmee zou offshore windenergie zowat de grootste energiecentrale van ons land worden. Dat heeft veel te maken dat er op zee bijna altijd voldoende wind is. Door een betere connectie met andere landen met windenergie kan ons land zich bovendien voorbereiden op de kernuitstap in 2025.

De windparken in de Noordzee zijn nodig om de Europese energie- en klimaatdoelstellingen te halen. Die leggen op dat tegen 2020 er tenminste 13% van de energie op duurzame wijze moet worden opgewekt. Dat moet ervoor zorgen dat een verdere opwarming van het klimaat kan vermeden worden. Toch moeten er nu al maatregelen worden genomen tegen de gevolgen van klimaatopwarming.

De Backer: “We moeten zeker onderzoeken of eilanden voor de kust mogelijk zijn om onze kust te beschermen tegen een stijgende zeespiegel. Tegelijkertijd kunnen we dan zien welke andere functies op die eilanden mogelijk zijn.”

La Mer du Nord, bien plus qu’une destination de vacances

Philippe De Backer demande aux acteurs concernés, experts et entrepreneurs, de définir leur vision à long terme de la Mer du Nord

 

Quel visage aura notre Mer du Nord en 2050? Miserons-nous encore davantage sur l’énergie éolienne en mer, comment ferons-nous du transport maritime une priorité encore plus forte et comment assurerons-nous l’équilibre écologique pour les générations futures? Le Secrétaire dEtat à la Mer du Nord, Philippe De Backer (Open Vld) a donné, lors dun évènement de lancement à Zeebruges, le coup denvoi dun parcours participatif visant à définir une vision à long terme pour la Mer du Nord, sous la dénomination #MerduNord2050. Le Secrétaire dEtat voit la Mer du Nord comme une source d’énergie inépuisable. « En mer, il y a toujours du vent, des vagues et des marées. Ce sont trois sources d’énergie inépuisables. En tant que Secrétaire dEtat, je souhaite donc mettre fortement laccent sur ces points, sans perdre de vue laspect écologique », explique De Backer.

 

La base navale de Zeebruges a accueilli ce mercredi environ 300 acteurs de terrain, experts et entrepreneurs, à l’invitation du Secrétaire d’Etat à la Mer du Nord, Philippe De Backer. Ce dernier souhaite impliquer les citoyens dans la recherche de solutions innovantes pour les défis importants qui attendent la Mer du Nord dans le futur.

 

Philippe De Backer déclare: « Notre Mer du Nord a une superficie de 3.454 kilomètres carrés, ce qui est comparable à la superficie dune province belge. Cet espace, nous en aurons besoin dans le futur, parce que lespace disponible sur terre se restreint. La Mer du Nord peut apporter une réponse à nos enjeux en matière dapprovisionnement énergétique, de changement climatique, daugmentation du niveau des mers, de sécurité alimentaire et de croissance économique. Cest la raison pour laquelle je souhaite associer autant que possible les citoyens à la réflexion sur les moyens dutiliser la Mer du Nord dans la réalisation de ces objectifs. Début février 2017, nous démarrons dailleurs la révision du Plan daménagement des espaces marins. Tout comme sur la terre ferme tout est régi par lAménagement du Territoire, il en va de même en mer au travers du Plan daménagement des espaces marins. Notre plan actuel prend fin en 2020, mais nous lançons dores et déjà ce parcours afin dassocier tous les partenaires dans la concertation. Cependant, une vision à moyen terme ne vaut rien sans une vision à long terme. Cest la raison pour laquelle nous allons, dès aujourdhui et également lannée prochaine, déjà nous projeter vers lhorizon 2050. »

 

Lors de cet évènement de lancement, des thématiques telles que l’aspect naturel, l’économie bleue, l’innovation et l’utilisation plurielle de l’espace ont été discutées. L’objectif est d’approfondir différents thèmes tout au long du parcours, de manière à développer de nouvelles visions. C’est ainsi qu’il faut envisager la problématique de la réduction des déchets en mer et de la préservation de la pêche. A partir de 2017, les différents groupes de travail débuteront leurs travaux, en vue de dégager une vision concrète #MerduNord2050 pour fin 2017.

 

Le Secrétaire d’Etat a déjà lui-même deux objectifs en tête. Tout d’abord concernant les éoliennes en mer. Philippe De Backer entend placer la barre plus haut: « Nous constatons quau niveau international, les prix du marché de l’énergie éolienne en mer ont fortement évolué. On peut parler dun virage radical: jamais encore les prix de l’énergie en mer navaient été aussi bas. Cela signifie que l’énergie éolienne en mer coûte à présent à peine plus cher que l’énergie sur terre. Nous devrons de toute façon suivre cette évolution pour les 3 derniers parcs à éoliennes prévus mais, dans le même temps, nous devons également examiner la possibilité de construire davantage de parcs en Mer du Nord.

 

Ce faisant, l’énergie éolienne offshore deviendrait en quelque sorte la plus grande centrale énergétique de notre pays et, ce, grâce au fait qu’il y a presque toujours suffisamment de vent en mer. De plus, en améliorant les connexions avec d’autres pays produisant eux aussi de l’énergie éolienne, notre pays peut se préparer à la sortie du nucléaire en 2025.

 

Les parcs à éoliennes en Mer du Nord sont nécessaires pour atteindre les objectifs énergétiques et climatiques européens. A l’horizon 2020, au moins 13% de l’énergie doit provenir de sources d’énergie durables, afin de limiter le réchauffement climatique. Mais des mesures s’imposent dès aujourd’hui.

Philippe De Backer précise: « Nous devons certainement examiner sil est possible de créer des îles devant la côte pour protéger notre côte contre l’élévation du niveau des mers. Dans le même temps, nous pouvons aussi réfléchir à dautres fonctions que pourraient remplir ces îles. "

 

In de link kan u de presentatie van de dag terugvinden.