IN DE MEDIA
De Backer wil nog meer windmolens op zee
do 15 december 2016

Nu de kostprijs van windenergie op zee fors daalt, moet serieus overwogen worden de Belgische Noordzee uit te bouwen tot de grote elektriciteitscentrale van ons land. Dat vindt staatssecretaris Philippe De Backer.

Van onze redacteur Pascal Sertyn

ZEEBRUGGE

Meer windenergie op zee betekent wel dat daarvoor ruimte moet gemaakt worden in het zogenaamde ruimtelijk marien plan. Dit plan legt vast wat waar kan gebeuren in de Belgische Noordzee. Dat gaat van de afbakening van visserijgronden en zones voor zand- en grindwinning tot windenergieparken en vaarroutes voor schepen. Vandaag bevat dit plan één windenergiezone, die - als de timing wordt gerespecteerd - tegen 2020 helemaal vol staat met windturbines. De capaciteit van deze windenergiezone bedraagt 2.000 megawatt, evenveel als Doel 3 en 4, de twee grootste kernreactoren van de kerncentrale van Doel.

Tegen 2020 is het ruimtelijk plan voor de Noordzee echter aan herziening toe. De ambitie van staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer (Open VLD) is volgend jaar een heel eind op te schieten met de voorbereiding van het nieuwe ruimtelijk plan. Voor de staatssecretaris staat meer windenergie op zee hoog op het prioriteitenlijstje. Hij brak daar gisteren een lans voor tijdens de kick-off van het Noordzeeforum, dat dit voorjaar werd opgericht met als opdracht een langetermijnvisie voor de zee op te maken.

Kust van Zeeland

De vernieuwde interesse voor windenergie op zee komt door de recente spectaculaire prijsdalingen van Nederlandse windenergieprojecten op zee. Begin deze week ging een tweede windpark voor de kust van Zeeland naar een consortium dat een prijs van 54,5 euro per megawattuur bood. Afgelopen zomer kwam een prijs van 72,7 euro uit de bus voor een andere Nederlands windenergieproject op zee. Ter vergelijking. Voor de laatste twee windenergieprojecten in de Belgische Noordzee ging de Belgische regering akkoord met een veel hogere prijs: een gegarandeerde prijs van 129,8 euro voor Rentel en 124 euro per megawattuur voor Norther. De Europese Commissie liet deze week overigens weten dat er geen sprake is van oversubsidiëring.

De Backer voegt er onmiddellijk aan toe dat de subsidies voor Rentel en Norther al flink werden gereduceerd, waardoor 1,2 miljard euro minder moet worden doorgerekend aan de stroomverbruikers. En hij maakt zich sterk dat hij en minister van Energie Marie Christine Marghem (MR) voor de laatste drie projecten binnen de huidige Belgische windenergiezone duchtig gaan onderhandelen over een substantiële verlaging van de subsidie. Hij ziet daarvoor de Nederlandse prijzen als leidraad. Als in Nederland de prijzen zo kunnen dalen, dan moet dat ook in België kunnen, stelt De Backer. Hoe laag zal mee afhangen van het cijferwerk van de Creg, de federale energieregulator. Die heeft een tijdje terug de opdracht gekregen om te bekijken in welke mate de prijsvorming voor offshorewindprojecten in Nederland en België te vergelijken zijn. Het eindrapport van de Creg is voor binnenkort. De aanpak van de Nederlanders sterkt hem in de overtuiging dat meer ruimte maken voor windenergieparken in de Belgische Noordzee moet samengaan met een grondige hervorming van de toekenningsvoorwaarden.

Bron: De Standaard